"Leven met Posttraumatische Dystrofie - CRPS na bedrijfsongeval"

Sinds 2007 heb ik Posttraumatische Dystrofie door een bedrijfsongeval aan beide knieën opgelopen. Vanaf dat moment is mijn leven in een klap zeer ingrijpend veranderd.

Voor mij zijn er inmiddels al enkele "verloren" jaren gepasseerd, waarbij door diverse artsen, de voorbereidingen, de onvoldoende aandacht, de vooroordelen, de verkeerde diagnose, de verkeerde medicijnen, de onjuiste uitspraken er allen voor hebben gezorgd dat mijn Posttraumatische Dystrofie aandoening (beiderzijds) inmiddels van de acute fase in de chronische fase terecht is gekomen, wat verstrekkende gevolgen heeft voor mijn toekomst.


Vandaar dit informatie BLOG op internet over CRPS & bedrijfsongeval. Hopelijk kunnen slachtoffers en/of patiënten via WANDOU'S CORNER sneller bruikbare informatie, links, tips, etc. vinden.

TIP: Sinds 2010 ben ik onder behandeling van een deskundig pijnbehandelcentrum (het LUMC) in Leiden. Hier worden CRPS patienten daadwerkelijk serieus genomen en tevens zeer deskundig behandeld.

Sinds februari 2011 is er helaas ook CRPS/Posttraumatische Dystrofie in mijn rechter enkel/voet ontstaan!!!


"Posttraumatische dystrofie is een zeer ernstig te nemen aandoening."

"Ziektebeeld"
Posttraumatische Dystrofie (PD) is een complicatie die na een letsel of een operatie aan een ledemaat, arm of been ontstaat. De ernst ervan staat los van de ernst van het letsel. Zo kan een klein letsel, bijvoorbeeld een kneuzing van de hand, een ernstige vorm van PD geven. Een zwaar letsel, zoals een gecompliceerde enkelbreuk, kan in lichte mate PD tot gevolg hebben. PD is een van de belangrijkste oorzaken van functieverlies en invaliditeit na ongevallen of operaties aan een ledemaat. Alle weefsels en alle functies van een arm of been kunnen door PD worden aangetast. Er kan ernstige invaliditeit en moeilijk te behandelen pijn optreden. De patiënt kan in een maatschappelijk en sociaal isolement terecht komen. Jaarlijks krijgen 8.000 mensen deze complicatie na een letsel. In enkele gevallen ontstaat PD spontaan. Het overgrote deel van de 8.000 mensen geneest binnen korte tijd, veelal zonder restverschijnsel. De overige patiënten krijgen te maken met een langdurige of zelfs chronische situatie. Naar schatting zijn er tenminste 20.000 chronische PD-patiënten in Nederland. Posttraumatische dystrofie is een aandoening die bij alle leeftijden voor komt, maar vaker bij mensen tussen de 45 en 60 jaar en meer bij vrouwen (75%) dan bij mannen. Ook is het een aandoening die wereldwijd wordt aangetroffen zoals in Amerika, Engeland, Duitsland, Zweden, Noorwegen, Denemarken, Frankrijk, België, Italië, Zuid-Afrika, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland. Posttraumatische dystrofie is in Nederland ook bekend onder de namen Sudeck Dystrofie (of Atrofie) en Sympathische Reflex Dystrofie. Er zijn heel veel benamingen voor en in de literatuur worden wel 50 verschillende namen vermeld. De laatste tijd komt de term CRPS type I (Complex Regionaal Pijnsyndroom) steeds meer in opgang. De gangbare Amerikaanse benaming is Reflex Sympathetic Dystrophy (RSD).

"Theorieën"
Er is een aantal theorieën over het ontstaan van PD waarbij de theorie over de (over)reactie van het sympathisch zenuwstelsel en de ontstekingstheorie op de voorgrond staan.

"Sympathische reflex theorie"
Het ontstaan van PD wordt in deze theorie toegeschreven aan een over-reactie van het sympathisch zenuwstelsel. De verstoring van het sympathisch zenuwstelsel leidt tot veranderingen in kleur, temperatuur en zweten van het lidmaat. Niet alle verschijnselen van PD kunnen vanuit deze stoornis worden verklaard.

"Abnormale ontstekingsreactie theorie"
PD is, volgens deze theorie, een abnormale (steriele) ontstekingsreactie waarbij zuurstofradicalen een grote rol spelen. Er zouden teveel zuurstofradicalen worden gevormd waardoor gezond weefsel beschadigd wordt. Het normale herstel zou uit de hand lopen. De kenmerkende verschijnselen bij een ontsteking zijn roodheid, zwelling, warmte, functiestoornis en pijn.

"Theorie en bewijs: lokale neurogene ontsteking"
Er wordt vanuit gegaan dat op basis van weefselschade er een ontstekingsreactie tot stand komt die primair tot doel heeft tot genezing te leiden, maar echter op hol slaat. De ontstekingsreactie heeft tot gevolg dat er lekkage van zenuweiwit ontstaat. Dit heeft vervolgens weer tot gevolg dat er in de beslisstations in het ruggenmerg en hogere centra, veranderingen optreden die leiden tot ontregeling van het onwillekeurig zenuwstelsel en de symptomen van allodynie, dystonie en spasme.

Bewijsvoering: er is aangetoond dat bij posttraumatische dystrofie sprake is van een lokale neurogene ontsteking.

"Symptomen"
De symptomen van posttraumatische dystrofie zijn:


I. 4 of 5 van de volgende symptomen:
- onverklaarbare diffuse pijn, veelal brandende pijn en in een gebied groter dan het oorsponkelijk letsel
- verschil in huidskleur (rood of blauw)
- diffuus oedeem, zwelling
- verschil in huidtemperatuur (warmer of kouder dan het andere ledemaat)
- actieve bewegingsbeperking o.a. door pijn en stijfheid

II. het ontstaan of verergeren van symptomen na inspanning

III. symptomen in een gebied aanwezig groter dan het gebied van het eerste letsel of operatie, en in ieder geval in het gebied distaal van het eerste letsel. Deze symptomen verergeren na inspanning waarbij na hele korte tijd al een verheviging van bovenstaande reacties kan optreden. De pijn kan extreme vormen aannemen. Bij ongeveer 5% is er sprake van een zogenaamde koude dystrofie en is het ledemaat koud en blauw.

Andere verschijnselen die op kunnen treden zijn:

"Sympathische verschijnselen"
Overmatige zweetafscheiding: het ledemaat kan kletsnat worden. Veranderde nagel- en haargroei: op het ledemaat kunnen lange haren gaan groeien en de nagels groeien snel.

"Zenuwaantasting"
Er kan een grote gevoeligheid voor pijnprikkels ontstaan. Behalve dat men de pijn 'van binnen' voelt kan er ook zogenaamde aanrakingspijn aanwezig zijn. Men kan het niet verdragen als de huid, hoe licht ook, bijvoorbeeld met een veertje of wattenbolletje, wordt aangeraakt. Er kan een verminderd tastgevoel ontstaan of men ervaart dat het ledemaat niet meer bij het lichaamsschema hoort (het gevoel of de hand bijvoorbeeld erg ver weg is). De spierkracht neemt snel af en men heeft geen kracht meer om een kopje vast te houden of een zware deur te openen of een stukje te lopen. In ernstige gevallen kan de totale spierkracht verloren gaan en is er sprake van een (pseudo)-paralyse. Men heeft een verlamming maar op een EMG-onderzoek is er geen afwijking te zien.

"Tekenen van dystrofie of atrofie"
Na maanden kan het ledemaat er schraal en ingevallen uit gaan zien omdat het onderhuids vetweefsel en de spieren grotendeels verdwenen zijn. Op een röntgenfoto is vaak botontkalking te zien. Ook kunnen de gewrichten onherstelbare schade hebben opgelopen. Verdere complicaties kunnen zijn: contracturen, moeilijk te genezen zweertjes, enorme zwelling, ongecontroleerde bewegingen, verkrampingen. Het is mogelijk dat de PD uitbreidt naar andere ledematen. Wanneer men genezen is, is de kans dat PD terugkomt, er een recidief is, aanwezig.

Hoe snel moet men erbij zijn?
Diagnose en behandeling binnen de drie maanden na het zich inzetten van de aandoening is cruciaal. Men moet dus snel op blijvende pijn na operatie of ongeval reageren en/of doorverwijzen, en het niet afdoen als, "het zal wel beteren". Indien men reageert op je pijn en de CRPS snel ontdekt, dan heb je als patiënt nog alle kansen om te verbeteren. De aandoening is nog maar in de prille beginfase en kan nog gestild worden, zodat de gevolgen minimaal zijn. Voorwaarde is wel dat de behandeling die men je geeft aanslaat. Er zijn ondertussen al veel verschillende behandelingen om uit te kiezen. Weet dat in een aantal gevallen niets aanslaat en de aandoening toch erger wordt.

Wat is een botscan?
Een trifasische botscan is een van vele onderzoeken die een arts kunnen helpen de diagnose te stellen. CRPS is echter een klinische diagnose, d.w.z. dat een arts, in de eerste plaats, reageert op de symptomen. Een botscan is geen middel om ja/neen de diagnose te stellen. Een trifasische botscan kan positief/negatief zijn al naargelang het stadium waarin je verkeert. Tot hiertoe kent CRPS geen enkel onderzoek dat precies kan vaststellen of je de aandoening hebt of niet. Je klachten, je historiek, de tekenen en symptomen zijn uiterst belangrijk.

Is CRPS psychologisch?
Er is geen bewijs dat de aandoening psychologisch is. Er zijn al een aantal bewijzen geleverd dat de aandoening fysisch is; zo werd bvb. in de jaren 90 onderzoek verricht aan de universiteit van Nijmegen, waarbij men kon aantonen dat de zenuwen van CRPS patiënten dezelfde soort schade vertonen als die van diabetici.

Komt het enkel bij mensen voor?
Neen. Er zijn gevallen van CRPS bekend bij honden.

Hoe zit het met pijn?
De pijn bij CRPS is zeer moeilijk onder controle te krijgen. De pijn, die niet wijkt, is hoger dan die van niet-terminale kanker, en hoger dan de pijn bij een eerste bevalling. De behandeling moet dan ook aangepast zijn aan de pijn die je hebt.

Kan het zich verspreiden?
Ja. In 70% van de gevallen kan het zich verspreiden. Eerst doorheen het aangetast lidmaat, vaak naar het uiteinde: naar hand, voet, schouder. Het kan zich spiegelen, d.w.z. verspreiden naar het tegenoverliggend lidmaat, bvb. van been naar been. Of CRPS kan verspringen, bvb. van been naar arm. Volgens het boek, "Living with RSDS", van Linda Lang & Peter Moskovitz, MD kan bijna elk deel of systeem van het lichaam aangetast raken. Abnormaliteiten van de ademhaling, van het hart, of de spijsvertering kunnen ontstaan. Ook darm en blaas dysfuncties kunnen voorkomen.

Zijn er ook dingen die men niet mag doen?
Ja. De sympathectomie, zowel chirurgisch en chemisch; een permanente zenuwblokkade met zware gevolgen. Amputatie. Chirurgische procedures op het aangetaste lidmaat. Gipsen. Immobiliteit. Toepassing van ijs. Deze dingen zorgen er vaak voor dat CRPS zich meer gaat manifesteren dan voorheen, of ze hebben een negatief, onvoorspelbaar effect op de aandoening. Men moet erg voorzichtig zijn met deze "behandelingen", en in geval van een dringend noodzakelijke chirurgische ingreep moet men de nodige voorzorgen nemen.

Wanneer stopt het?
Volgens het boek, "Living with RSDS", van Linda Lang & Peter Moskovitz, MD dat dit in het algemeen beschouwd, kan CRPS duren van een paar weken tot de rest van je leven. Er kunnen periodes zijn van remissie, waar de tekenen en symptomen minder worden of verdwijnen, maar dat kan niet uitsluiten dat het niet plots weer erger wordt, zonder aanleiding of door een nieuw ongeval of nieuwe operatie.


EEN BEDRIJFSONGEVAL EN DAN?

Tip 1
Ga bij klachten direct naar uw huisarts! Het liefst nog dezelfde dag, maar in ieder geval zo spoedig mogelijk. Aarzel niet bij uw huisarts een bezoek te brengen, ook als u denkt dat het wel meevalt. Niet alle gevolgen van opgelopen letsel zijn direct te overzien. U doet er goed aan om alle klachten die u na het ongeval bij u zelf bemerkt direct met uw huisarts te bespreken. Wellicht denkt u later dat het bezoek aan de arts achterwege had kunnen blijven. Dat is dan heel prettig, omdat u dan voorspoedig bent hersteld. In een slechter geval, wanneer u wel klachten houdt voor een langere tijd is het goed wanneer de huisarts direct op de hoogte is gebracht. Er kan dan informatie over uw klachten worden ingewonnen vanaf kort na het ongeval hetgeen een vervelende discussie met de aansprakelijke verzekeraar kan voorkomen.

Tip 2
Schakel een belangenbehartiger (Letselschadebureau + indien nodig ook de Arbeidsinspectie) in, voordat verdere contacten met de tegenpartij of diens verzekeraar plaatsvinden. Uw belangenbehartiger kan u van advies voorzien of kan zelf de contacten voor u laten plaatsvinden. Zorgt u er in ieder geval voor dat er een belangenbehartiger tijdens een bezoek van de verzekeraar (of een door de verzekeraar ingeschakelde schaderegelaar) aanwezig is. Nog beter is het om niet zelf op een verzoek van de verzekeraar voor zo’n bezoek in te gaan. Ook is het natuurlijk van belang dat zo spoedig mogelijk een aansprakelijkstelling wordt verzonden om uw belangen veilig te stellen.

Tip 3
Houdt vanaf het begin uw schade bij. Dit voorkomt dat u later zaken over het hoofd ziet of dat noodzakelijk bewijs van gemaakte kosten niet meer voorhanden is.



"DIVERSE BELANGRIJKE SCHADEPOSTEN"

1. Smartengeld

2. Reiskosten/kosten begeleiding
- artsen ziekenhuis, fysiotherapie, bedrijfsartsen e.d.
- extra kosten i.v.m. reizen b.v. auto i.p.v. fiets
- grotere auto i.v.m. rolstoelvervoer.
- eigen bijdrage aangepast vervoer.
- opgenomen vakantiedagen voor bijvoorbeeld de begeleiding en verzorging van kinderen.

3. Extra reiskosten:
- taxikosten of reiskosten gemaakt door vrienden/familie.

4. Verlies verdienvermogen niet alleen het verschil in bruto-salarismaar ook:
- pensioenverlies waaronder ook de gevolgen voor uw nabestaanden
- spaarloonregeling levensloopregeling
- verlies reiskostenvergoeding (het deel dat bijdraagt aan de vaste lasten)
- onkostenvergoeding (voorzover daar geen reële kosten tegenover stonden)
- loon in natura als kleedgeld, lunch, koffie, soep etc.
- representatiekosten
- (automatische) salarisverhoging
- provisie tantième bonus winstdeling 13e maand gratificatie
- ziekenfondspremies en premies wao-gat spaarregelingen- premie ongevallen/invaliditeitsverzekering (vaak via CAO geregeld)
- vakantiegeld vakantiebonnen
- lagere fiscale aftrekposten of aftrek tegen een lager tarief
- gemis aanvullende alleenstaande ouderkorting of arbeidskorting
- gemis lease-auto
- gemiste vergoedingen voor kinderopvang.
- verstrekking bij 125 of 25 jarig dienstverband
- uitgaven voor scholing

5. Verlies van rechten in de sociale zekerheid:
Het komt bijvoorbeeld nogal eens voor dat een slachtoffer na een ongeval in de WW belandt. Een eenmaal gebruikt WW-recht dient weer opgebouwd te worden.

6. Annuleringen/afzeggingen/zinloos geworden uitgaven:
- vakanties die al geboekt zijn
- abonnementen op bijv. sportschool dansles
- cursuskosten examengelden nutteloos geworden studieboeken
- zinloos geworden (doorlopende) uitgaven voor bijvoorbeeld een paard, een motorfiets, een boot. terwijl het niet meer mogelijk is daar gebruik van te maken.

7. Ziektekosten:
- eigen risico- verlies van no-claim voor de ziektekostenverzekering- niet verzekerde kosten fysiotherapie, alternatieve geneeswijzen, opvang e.d.
- toekomstige ziektekosten bijvoorbeeld bij tandheelkundige protheses: een brug is niet voor de eeuwigheid bedoeld. Ook orthopedische hulpmiddelen hebben vaak een beperkte levensduur.

8. Aanpassingen van de thuissituatie:
- verplichte verhuizing vanwege immobiliteit o.i.d.
- extra verwarmingskosten vanwege gedwongen thuiszitten.
- aangepast meubilair
- aangepaste woning
- kinderoppas
- oppas vanwege arts/ziekenhuis bezoek

9. Telefoonkosten/porti/kopieerkosten

10. Huishoudelijke hulp:
- door vrienden/familie- door ingehuurde kracht- Ook in het geval van inwonen bij anderen vanwege de verzorging
- verpleeghulp

NB let op bij het waarderen van de eigen bijdrage AWBZ. Soms is het gevolg van een uitkering van de verzekeraar dat men een hogere eigen bijdrage moet gaan betalen.

11. Zelfwerkzaamheid:
Soms verrichten betrokkenen aanzienlijke werkzaamheden aan bijv. een woning om deze woning dan 5 jaar later met winst te verkopen. Ook dit kan een aanzienlijke schadepost zijn.
- schilderwerkzaamheden
- tuinieren
- opknappen/verbouwingen
- auto wassen
- hulp bij verhuizing

12. Verzekeringen:
- de onmogelijkheid verzekeringen en/of hypotheken af te sluiten (tegen normale voorwaarden). Hogere premie of uitsluitingen
- noodzaak verzekering af te sluiten i.v.m. Handicap bijvoorbeeld een verzekering voor het ene oog als het andere verloren is gegaan door een ongeval.

13. Vakanties/Sport en Spel:
- hogere kosten omdat slapen op een luchtbed of varen met een boot niet meer gaat.
- renteverlies bij een aanschaf bijvoorbeeld caravan i.p.v. tent.
- kosten van aangepaste sportbeoefening een sportrolstoel bijvoorbeeld maar ook de hogere reiskosten omdat de training en de wedstrijden niet naast de deur plaatsvinden

14. Schadebeperkende maatregelen:
- Vaak is het mogelijk om schade te beperken maar die maatregelen kunnen soms zeer kostbaar zijn. Denkt u daarbij aan het inschakelen van Arbeidsdeskundige of reïntegratie-instellingen. Wanneer iemand kosten maakt die bedoeld zijn om de schade te beperken komen deze voor vergoeding in aanmerking. Ook wanneer de maatregelen niet succesvol zijn. Voldoende is dat er een redelijke grond bestond om te denken dat die maatregelen succesvol konden zijn. De schadebeperkingsplicht rust overigens ook op de aansprakelijke partij.

15. Zelfstandigen naast het verlies arbeidsvermogen
- verlies fiscale mogelijkheden afschrijvingen FOR zelfstandigen aftrekmogelijkheid auto op de zaak te zetten etc.
- gedwongen verkoop bedrijfbedrijfspand of bedrijfsmiddelen


Letselschade is onder te verdelen in materiële schade en immateriële schade oftewel smartengeld.

Materiële schade
Materiële schadeposten zijn onder te verdelen in kosten van herstel, kosten inzake blijvende invaliditeit, verlies van arbeidsvermogen (inkomstenderving) en verlies van doe-het-zelf capaciteit.

Kosten van herstel
Hieronder vallen zowel geneeskundige kosten, voor zover niet verhaalbaar via het Ziekenfonds of de Ziektekostenverzekeraar, alsmede de hiermee verbandhoudende kosten zoals aanschaf ziekenhuiskleding, reiskosten voor ziekenhuisbezoek, vervolgbezoeken artsen, telefoonkosten etc.

Kosten inzake blijvende invaliditeit
Dit kunnen kosten zijn met betrekking tot het aanbrengen van aanpassingen aan de woning of de auto. Ook kosten voor aanschaf van hulpmiddelen vallen hieronder. Deze kosten zijn verhaalbaar voor zover bijvoorbeeld de gemeente of bedrijfsvereniging geen vergoeding toekent.

Verlies van arbeidsvermogen (inkomstenderving)
Als gevolg van een ongeval kan men (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt raken waardoor men in inkomen terugvalt. Het verschil tussen enerzijds het oorspronkelijke inkomen en de te verwachten inkomensgroei en anderzijds de ontvangen uitkering (bijv. WAO/Wajong of WW) wordt aangeduid als inkomstenderving en komt voor vergoeding in aanmerking.

Verlies van doe-het-zelf capaciteit
Door een ongeval is het mogelijk dat men het huishoudelijk werk of het onderhoud aan het huis of tuin niet meer zelf kan verrichten. Dit verlies van zelfverdiencapaciteit wordt op een geldbedrag gewaardeerd, zodanig dat deze werkzaamheden tegen betaling aan een ander kunnen worden uitbesteed.

Immateriële schade
Immateriële schade oftwel smartengeld is een vergoeding voor schade wegens geleden en nog te lijden pijn, smart en/of gederfde en nog te derven levensvreugde. Het is dus een vergoeding voor leed; voor gekwetste gevoelens.

Het is moeilijk deze schade op geld te waarderen omdat deze niet exact is uit te rekenen. Voor het bepalen van smartengeld is het nodig dat de aard en de ernst van het letsel wordt vastgesteld. Vervolgens kan het bedrag voor smartengeld worden berekend aan de hand van vergelijkbare rechterlijke uitspraken.


Het Complex Regionaal Pijn Syndroom

CRPS, of posttraumatische dystrofie is een uitermate pijnlijke- en vaak invaliderende aandoening die doorgaans ontstaat na een botbreuk, een operatie of een ander lichamelijk trauma. Zowel over het ontstaan als de beste behandeling ervan tasten artsen en onderzoekers nog vrijwel in het duister. In Nederland hebben een aantal wetenschappelijke instellingen de handen in elkaar geslagen om deze aandoening te onderzoeken. Trend heet dit onderzoek, wat staat voor Trauma RElated Neuronal Dysfunction. Het is ten eerste de bedoeling om uniforme criteria en objectieve meetmethoden op te stellen voor de diagnose van de aandoening. Om uiteindelijk tot effectieve therapieën bij CRPS te komen, is het nodig meer te weten over de factoren die een rol spelen bij het ontstaan van de aandoening. Mogelijk gaat het om een verzameling van nauw verwante aandoeningen, elk met een eigen ontstaansgeschiedenis. Voorlopig gaan de onderzoekers ervan uit dat twee mechanismen een belangrijke rol spelen bij het ontstaan van CRPS. Ten eerste neuronale inflammatie, dat wil zeggen een ontstekingsproces in de zenuwen. En ten tweede centrale sensitisatie, het fenomeen dat aanhoudende, acute pijn in een orgaan of weefsel via een aantal biochemische processen, zoals de aanmaak van extra receptoren in het zenuwweefsel, na verloop van tijd leidt tot chronische pijn, waarbij de oorspronkelijke pijnprikkel niet langer de uitlokkende factor is. Ten slotte willen de onderzoekers de verschillende behandelingsmethoden op hun waarde testen. Therapieën, zoals vaatverwijders, corticosteroïden of vrije radicalenvangers of het aanbrengen van een zenuwblokkade, werken niet bij iedereen. Sommige patiënten genezen spontaan, andere na een behandeling en naar schatting twintig procent van de patiënten met CRPS geneest niet en raakt blijvend invalide door de aandoening.

De algo(neuro)dystrofie of syndroom van Sudeck is een pijnlijke ziekte met uiteenlopende klinische symptomen. Ze tast meestal de voeten, de handen of de schouders aan; ook andere gewrichten kunnen getroffen worden. De oorzaak is nog onbekend. Tien procent van de vastgestelde algodystrofieën evolueren naar een chronische vorm. Een vroegtijdige diagnose en medische verzorging bieden evenwel een grotere kans op snelle genezing. Algodystrofie komt voor op alle leeftijden, zowel bij mannen als vrouwen. Bij kinderen is de ziekte meestal minder ernstig en geneest ze sneller dan bij volwassenen. De ziekte heeft heel veel verschillende namen,in de literatuur zijn er zo'n 50 bekend.Vooral ook post-traumatische Dystrofie wordt veel gebruikt,evenals Sudeck Dystrofie (of Atrofie) en Sympathische Reflex Dystrofie. De laatste tijd komt de term CRPS type I (Complex Regionaal Pijnsyndroom) steeds meer in opgang. De gangbare Amerikaanse benaming is Reflex Sympathetic Dystrophy (RSD).

Oorzaken:
• De oorzaak van de aandoening blijft onbekend, maar in meer dan 80% van de gevallen kan er wel een oorzaak aangewezen worden.

De meest voorkomende factor (bij 50 tot 70% van alle algodystrofieën) is een traumatisme, een verwonding:
- verbrijzeling van een ledemaat,
- breuk, luxatie, verstuiking,
- verbranding,
- door een wapen veroorzaakte wonde,
- eenvoudige kneuzing.

• Andere factoren zijn:
- orthopedische heelkunde (zelfs minder belangrijke), artroscopie
- hart- of vaatchirurgie (zeldzamer)
- immobilisatie d.m.v. gips
- pijnlijke kinesitherapie
- geneesmiddelen (barbituraten, isoniazide)
- puncties en infiltraties zelfs wanneer deze correct werden uitgevoerd,
- reumatische, cardiovasculaire, ademhalingsaandoeningen of neurologische aandoeningen
- zwangerschap

• Andere individuele factoren lijken het optreden van een algodystrofie te bevorderen:
- hypertriglyceridemie,
- hyperthyroïdie
- psychologische factoren: bij een patiënt op drie stelt men overdreven reacties vast op stress (angst, paniek) alsmede een neiging tot depressie of een narcistische persoonlijkheid. Algodystrofieën zijn daarentegen zeldzaam bij vastbesloten of ambitieuze personen.

Symptomen:
Men moet aan algoneurodystrofie denken bij elke blijvende pijn, vooral wanneer die optreedt tijdens de verbetering van een van de mogelijke oorzakelijke factoren. In de evolutie van de algodystrofie onderscheidt men klassiek drie stadia:

Stadium I of de warme fase:
Wordt gekenmerkt door ernstige en brandende pijn met variabele intensiteit die door beweging en oefening erger wordt. Die verergering van de pijn bij oefening lijkt het meest vroegtijdige symptoom van algodystrofie te zijn. Functionele invaliditeit evoluerend naar toenemende stijfheid komt frequent voor. De fase wordt als warm gekwalificeerd wegens de plaatselijke ontsteking. Roodheid, warmte en plaatselijke zwelling zijn klassiek hoewel niet constant. Een gelokaliseerd bovenmatig zweten of een glimmende huid zijn ook mogelijk. De gemiddelde duur van fase I bedraagt 3 maanden. In de minder ernstige gevallen duurt die fase enkele weken, verzacht dan spontaan of reageert vlug op de behandeling. Ze kan soms ook langer duren.

Stadium II of de koude fase:
De pijn verergert nog en wordt vager. De huid verschrompelt en wordt bleek, een gevoel van koude. Het oedeem verspreidt zich en wordt steeds erger. Soms uitvallen van de lichaamsbeharing, de nagels worden bros, barsten of krijgen een gestreept uiterlijk. Er vestigt zich een osteoporose, eerst pleksgewijs, vervolgens meer gemarkeerd en diffuus. Het gewricht zwelt op. De spieren verschrompelen.

Fase II kan 3 tot 6 maanden duren.

Stadium III of de stabiliseringsfase:
De pijn verdwijnt geheel of gedeeltelijk. De symptomen worden uiteindelijk onomkeerbaar. Voor een groot aantal patiënten wordt de pijn resistent tegenover elke behandeling en kan die het ledemaat in zijn totaliteit betreffen. Sterke verzwakking van de spieren. De gewrichten van de voet of de hand worden extreem zwak; ze hebben een beperkte beweeglijkheid. Een beperkt percentage patiënten ontwikkelt een veralgemeende over het hele lichaam.

Behandeling:
Er bestaat geen consensus over de behandeling van algodystrofie. Bepaalde auteurs stellen dat genezing zelfs zonder therapie mogelijk is, anderen beweren dan weer het tegendeel. Een ding is zeker: zodra de diagnose gesteld is, moet men met de behandeling beginnen om de duur van de aandoening te beperken. De overgang van een behandeling naar een krachtiger behandeling is maar gerechtvaardigd in geval van mislukking of bij zware intolerantie ten opzichte van de aanvankelijke behandeling.

• Indien de diagnose in de warme fase wordt gesteld, moet een behandeling met zalmcalcitonine of salcatonine aangevat worden. Die is 50 maal krachtiger dan de menselijke calcitonine, maar moet wel met een injectie of via een neusspray toegediend worden. Enkel de injecteerbare bereidingen worden voor het ogenblik terugbetaald. De neusspray is voorbehouden aan patiënten die lijden aan de ziekte van Paget of vertebrale verzakkingen bij osteoporose. Braakneigingen, misselijkheid en flushes (roodheid in het gezicht) zijn frequente ongewenste effecten bij het begin van een behandeling met injecties. Een onderhuidse injectie 's avonds (vanaf 17 uur) wordt over het algemeen beter verdragen dan op een ander ogenblik van de dag. De toediening van een antibraak middel beperkt de misselijkheid aanzienlijk. Het gebruik van een antihistaminicum werkt het flusheffect van de calcitonine tegen.

• Betablokkers geven eveneens goede resultaten, vooral op de pijn in het eerste stadium. De dosissen moeten individueel aangepast worden.

• De kinesitherapie die altijd pijnloos moet blijven, bestaat in een actieve eventueel geassisteerde mobilisering, balneotherapie en wisselbaden. De katroltherapie, de houdingen en de passieve mobilisering moet men vermijden. De kinesitherapie mag nooit in een hyperalgetische fase (toegenomen gevoeligheid en verlaagde pijndrempel zoals bij oppervlakkige verbranding van de huid) voorgesteld worden.

• Paracetamol en niet-steroïdale ontstekingsremmers zijn niet efficiënt. Infiltraties met corticoïdenbezinksels zijn daarentegen wel efficiënt.

• Indien de behandeling niet aanslaat, kan een speciale behandeling worden gevolgd in een pijnkliniek. Die geeft goede resultaten maar is zeer pijnlijk en is af te raden bij hartpatiënten.

• Een andere behandeling die goede resultaten lijkt te geven bij hardnekkige gevallen, ook in het tweede stadium van de ziekte, bestaat in de toediening van bifosfonaten van de tweede generatie. De effecten op lange termijn zijn nog niet bekend. Ook deze behandeling is gereserveerd voor specialisten.


Diverse informatie

Hulpmiddelen
Goede hulpmiddelen zijn voor mensen met een beperking van groot belang. Medische hulpmiddellen bevorderen de zelfredzaamheid en het (langer) zelfstandig functioneren. De kwaliteit van een hulpmiddel heeft invloed op het dagelijks leven van de gebruiker.

Toegankelijkheid
De samenleving is nog onvoldoende toegankelijk. Een grote groep mensen kan daardoor niet meedoen aan maatschappelijke activiteiten. Uit eten, geld pinnen, internetten, theaterbezoek etc. Deze belemmeringen worden nog teveel onderschat.

Vervoer
Mensen met een handicap of chronische ziekte ondervinden beperkingen in hun mobiliteit. Als je beperkt bent in de mogelijkheden om je te verplaatsen, kun je niet volwaardig deelnemen aan de samenleving. Beperkingen in mobiliteit zijn daarom onacceptabel.

Patiënt en Zorg
Veel mensen met handicap of chronische ziekte zijn afhankelijk van zorg. Deze zorg geeft vorm aan hun dagelijks leven. Daarom moet de "zorgvrager" zelf de hoofdrol spelen bij het bepalen van de inhoud en vorm van deze zorg. Hou regie in eigen hand.

Waar kan je nu welke hulpmiddelen krijgen of lenen?

Waar kan je nu welke hulpmiddelen krijgen of lenen?


AANVRAAG INVALIDEPARKEERKAART

AANVRAAG INVALIDEPARKEERKAART
Binnen de Europese Unie is een uniforme kaart ingevoerd die in alle lidstaten van de EU geldig is. Er zijn drie verschillende kaarten: de bestuurderskaart voor degene die zelf autorijdt, de passagierskaart voor degene die vervoerd moet worden en een kaart voor AWBZ-instellingen.

Criteria voor aanvraag
Met de invoering van de GPK worden ook de criteria, waaraan moet worden voldaan om voor een parkeerkaart in aanmerking te komen, herzien. Voor zowel bestuurders als passagiers geldt dat men ten gevolge van een handicap een loopbeperking moet hebben van langdurige aard (tenminste 6 maanden). De aanvrager is niet in staat zelfstandig meer dan 100 meter te overbruggen.

Medische keuring
In alle gevallen (bij een eerste aanvraag of verlenging van de kaart) moet een medisch advies duidelijk maken of er recht op een parkeerkaart bestaat. Deze medische keuring gebeurt door A-Rea. Afhankelijk van de situatie kan A-Rea u oproepen voor een onderzoek. Ook is het mogelijk dat de A-Rea arts volstaat met een dossieronderzoek en informatie van de behandelend arts. U hoeft dan niet zelf langs te komen. De uitkomst van het onderzoek wordt vastgelegd in een beschikking. Het kan 1 tot 2 maanden duren voor u de beschikking thuis krijgt. Als u permanent rolstoelgebonden bent en u zich uitsluitend kunt verplaatsen in een elektrische rolstoel, dan is er geen keuring nodig. In dit geval kunt u de beschikking binnen enkele dagen verwachten.

Strikt persoonlijk
De houder van de gehandicaptenparkeerkaart mag de kaart niet door anderen laten gebruiken als het parkeren niet rechtstreeks verband houdt met het vervoer van de invalide zelf. Bij een passagierskaart is de bestuurder van het motorvoertuig verantwoordelijk voor juist gebruik en niet de passagier.

Medische keuring bij verlenging parkeerkaart niet meer verplicht

Het is voor mensen met een blijvende beperking niet meer nodig elke vijf jaar een medische herkeuring te ondergaan om hun gehandicaptenparkeerkaart te laten verlengen. Een groot deel van de gehandicaptenparkeerkaarten wordt automatisch verlengd. Dit is een gevolg van een wijziging van de Regeling gehandicaptenparkeerkaart (GPK) die op 3 april 2008 is ingegaan.

Parkeerbeleid gehandicaptenparkeerkaart
Iedere gemeente in Nederland is vrij om een eigen beleid te voeren in zake vrij parkeren met een gehandicaptenparkeerkaart. Raadpleeg voordat u een uitstapje gaat maken het landelijk overzicht van het gemeentelijk parkeerbeleid. Let op: parkeert u in een parkeergarage of op een afgesloten parkeerterrein dan moet u altijd betalen, ook al parkeert u daar op een invalidenparkeerplaats. In het algemeen geldt dat houders van een gehandicaptenparkeerkaart mogen parkeren op iedere openbare parkeerplaats. De kaart geeft echter geen vrijstelling van het betalen van parkeergelden in welke vorm dan ook,evenmin kan met de kaart worden geparkeerd op plaatsen die door gemeenten gereserveerd zijn voor parkeervergunninghouders (wel maken veel gemeentes hier een uitzondering op)

op algemene invalidenparkeerplaatsen
- voor onbeperkte tijd in een parkeerschijfzone (ook buiten de vakken) waar voor anderen een beperkte tijd is aangegeven (parkeerschijf is niet verplicht)


Met gebruik van een parkeerschijf en voor maximaal 3 uren mag geparkeerd worden:
- buiten de vakken in een woonerf
- op plaatsen waar een parkeerverbod geldt
- langs een gele onderbroken streep (een gele doorgetrokken streep geeft een stopverbod aan. Hier mag nooit worden geparkeerd)

Tips in de omgang "mensen met een handicap":

• Behandel de ander zoals je zelf behandeld zou willen worden!
• Bedenk dat de grens tussen "gezond" en gehandicapt uiterst klein is. Zelf kan je ook opeens morgen in zo'n stoel zitten.
• Zie de ander als een volwaardig persoon. Dat iemand in een rolstoel zit wil nog niet zeggen dat hij/zij direct gek of seniel is.
• Betuttel niet. De meeste gehandicapten zijn erg zelfstandig en vragen het wel als ze hulp van je nodig hebben.
• Geef een volwassen gehandicapte niet zomaar een euro om een ijsje te gaan kopen. Praat niet tegen hem/haar alsof je een tweejarige peuter voor je hebt.
• Negeer een gehandicapte niet uit angst maar maak eerder je moeiten bespreekbaar.
• Verzwelg niet in het medelijden voor de ander, de meeste gehandicapten vinden het vreselijk om zielig gevonden te worden.
• Verplaats iemand in een rolstoel niet zomaar ongevraagd even, dit geeft een erg kleinerend gevoel.
• Ga niet zomaar op iemands rolstoel hangen omdat je dat wel makkelijk vind.
• De rolstoel is het verlengde van ons lijf en het is onplezierig als een ander daar zomaar over beschikt.
• WEES JEZELF!


woensdag 4 augustus 2010

Wat is Neuropathische pijn?


Neuropathische pijn, beter bekend als zenuwpijn, ontstaat door een beschadiging of gebrekkige werking van het zenuwstelsel. Als er een beschadiging in het zenuwstelsel is, of dat nu het centrale zenuwstelsel is of de zenuwen aan de buitenkant van het lichaam, ontstaan er veranderingen in het zenuwstelsel. Veel meer dan we vroeger dachten.

Neem bijvoorbeeld een verwonding aan een been. We weten dat de pijnprikkels van de teen aan de hersenen worden doorgegeven waardoor we de pijn als zodanig voelen en vervolgens via een heel ingewikkeld netwerk weer teruggaan naar het ruggenmerg. De zenuwcellen in de kleine teen proberen zich na de beschadiging weer te herstellen, waarbij kleine zenuwuitlopers worden gevormd. Soms gaan die uitlopers zich bundelen en dan krijg je een knobbeltje, dat noemen we een neuroom.

De uitlopers worden actief en geven stroomstootjes af, waarbij een scherpe, brandende pijn ontstaat. Het gebied om de beschadigde zenuw wordt hierdoor overgevoelig. Dit kan tot gevolg hebben dat ook andere zenuwen die normaal geen pijnprikkels afgeven, overgevoelig kunnen worden.

Door een kleine prikkel, bijvoorbeeld het zachtjes aanraken van de huid, kan de pijn flink verergeren. Soms wordt de plek ook zonder aanraken veel gevoeliger. Als de pijn langere tijd bestaat, zie je nog meer veranderingen optreden, waardoor het gebied van de pijn zich kan uitbreiden en er dus steeds meer pijn ontstaat.

‘Door een kleine prikkel, bijvoorbeeld het zachtjes aanraken van de huid, kan de pijn flink verergeren.’

Beschadigingen aan het centrale zenuwstelsel zijn nog ingrijpender omdat hierbij, naast pijn, meestal ook ergens in het lichaam functieverlies optreedt. Een beschadiging in het ruggenmerg kan niet spontaan genezen. Via een operatie wordt wel getracht om een zenuw buiten het ruggenmerg te herstellen, of een pijn veroorzakende zenuw uit te schakelen, maar dat lukt helaas lang niet altijd. Je ziet soms dat zenuwen die zijn weggebrand, spontaan herstellen en toch weer pijnprikkels afgeven.

Spontaan ontstaan van CRPS


CRPS ontstaat meestal na een trauma, zoals een breuk, ontsteking of een operatie. Echter in 3-11% van de gevallen is er sprake van het spontaan ontstaan van de aandoening. Het bestaan van spontane CRPS staat hevig ter discussie. De Rooij en anderen (LUMC) deden een studie om ziektekenmerken van de ‘spontane’ CRPS-patiënten te vergelijken met die van de trauma gerelateerde CRPS-patiënten. De resulaten zijn inmiddels online gepubliceerd door het European Journal of Pain. Gemiddeld waren de ‘spontane’ CRPS-patiënten 9 jaar jonger dan de trauma gerelateerde CRPS-patiënten toen ze de ziekte kregen. Tevens waren de patienten in de spontane groep langer ziek op het moment van het onderzoek. De twee groepen in dit onderzoek verschilden niet wat betreft het aantal symptomen en de frequentie ervan. Titel: Spontaneuous onset of Complex Regional Pain Syndrome Auteurs: A.M. de Rooij, R.S.G.M. Perez, F.J. Huygen, F. van Eijs, M. van Kleef, M.C.R. Bauer, J.J. van Hilten en J. Marinus
In: European Journal of Pain

Pulse Transit Time meten met The Observer XT


De pulse transit time (ptt) opstelling is ontwikkeld door Noldus Information Technology in samenwerking met de afdeling Experimentele Anesthesiologie van het Erasmus MC. De ptt is de tijd die een bloeddrukpuls nodig heeft om van het hart naar de vingers te komen. Lokale verdoving van de vingers leidt tot een verwijding van de bloedvaten naar vingers. Het resultaat is dat de bloeddrukpuls er langer over doet om van het hart naar de vingers te komen en de ptt dus toeneemt. De ptt wordt gemeten met behulp van The Observer XT . Dit computerprogramma is gekoppeld aan een Electro cardiogram (ECG)-module, die het moment meet dat de puls het hart verlaat. Daarnaast is er een koppeling met vier Pulse PlethysmoGram(PPG)-modules van het BIOPAC-systeem. Deze modules meten de bloeddrukpuls in de vingers, aan zowel de verdoofde als onverdoofde kant van het lichaam. In The Observer XT wordt op basis van een video-opname ingrepen die worden uitgevoerd aan de arm/vingers van de patiënt gemarkeerd. Vervolgens worden in The Observer XT bepaalde segmenten uit de data geselecteerd op basis van de markers en de bijbehorende ptt data geëxporteerd naar MatLab voor verdere analyse. Op de onderstaande afbeelding ziet u een schermafbeelding van The Observer XT. A-de video, B-de plot met markers. Het gebied in blauw geeft het tijdsinterval dat geselecteerd is voor analyse/export (“1 minuut na verdoving van de huid”), C-de plot met ECG data, D-een van de plots met PPG data.

Met Pulse Transit Time op zoek naar de oorzaak van Complex Regionaal Pijn Syndroom


De experimentele anesthesiologie is een afdeling met een klein, enthousiast team. De afdeling heeft twee hoofdtaken; uitvoeren van basaal wetenschappelijk onderzoek en ondersteunen van onderzoek in de kliniek. De afdeling profileert zich op het snijvlak van medische wetenschap en techniek. De Pulse Transit Time (PTT) is een methode waarmee de tijd wordt bepaald van een bloeddrukgolf van het hart tot bijvoorbeeld in de vinger. De methode is gebaseerd op een ECG (hartfilmpje) en plethysmografie wat informatie geeft over de weerstand van bloedvaten. Gedurende een periode van een 1.5 jaar is veel ervaring opgedaan met deze relatief nieuwe techniek.
Het doel van het onderzoek is om een beter inzicht te krijgen in de pathologie van Complex Regionaal Pijn Syndroom (CRPS) met behulp van PTT. CRPS is een invaliderend ziektebeeld wat kan ontstaan na een trauma of operatie. Hierbij kan er ontregeling zijn van de vaatspanning. De experimenten worden uitgevoerd op gezonde vrijwilligers en patiënten. Op deze manier wordt geprobeerd meer inzicht te krijgen in het ontstaan van CRPS waardoor een betere behandeling mogelijk is. Hierbij wordt naast de PTT ook huidtemperatuur d.m.v. videothermografie en de doorbloedingsnelheid d.m.v. Laser Doppler Flow bepaald.

Geen genetische mutaties gevonden bij dystonie



Gosso en collega’s (LUMC) onderzochten of mutaties van bepaalde genen (zogeheten DYT-genen) een rol spelen bij CRPS. Van 44 CRPS-patiënten met dystonie brachten ze de genetische codes van 7 genen in kaart. Er werden geen mutaties gevonden. Op basis van dit onderzoek lijken de onderzochte genen geen grote rol te spelen in CRPS.
De bevindingen verschenen onlangs in het Journal of Neurology. Systematic mutation analysis of seven dystonia genes in complex regional pain syndrome with fixed dystonia. Gosso MF, de Rooij AM, Alsina-Sanchis E, Kamphorst JT, Marinus J, van Hilten JJ, van den Maagdenberg AM. J Neurol. 2010 May;257(5):820-4. Epub 2010 Jan 12

Ruggenmergstimulatie (SCS) niet altijd geschikt bij CRPS


Ruggenmergstimulatie (SCS) kan een effectieve methode voor de behandeling van CRPS, maar het is een zware en relatief dure ingreep. Daarnaast levert SCS in éénderde van de gevallen geen verbetering op voor de patiënt en krijgt ongeveer 32-38% van hen te maken met complicaties. Van Eijs en anderen (Academisch Ziekenhuis Maastricht) onderzochten of te voorspellen is in welke gevallen SCS wel of juist niet moet worden gebruikt bij CRPS. De onderzoeksresultaten werden onlangs gepubliceerd in het European Journal of Pain. Uit het onderzoek bleek dat allodynie (overgevoeligheid voor niet-pijnlijke prikkels) mogelijk een significante, negatieve voorspeller is voor de uitkomsten van SCS na één jaar bij chronische CRPS. Van Eijs F, Smits H, Geurts J, Kessels A, Kemler M, van Kleef M, Joosten E, Faber C: Brush-evoked allodynia predicts outcome of spinal cord stimulation in Complex Regional Pain Syndrome type 1. Eur J Pain. 2010 Feb;14(2):164-9.

Deelname patiënten aan onderzoek naar CRPS


Om de zorg voor CRPS patiënten in de toekomst te kunnen verbeteren, is de bereidheid van patiënten van nu om aan onderzoek mee te werken natuurlijk ontzettend belangrijk. Vooral in het onderzoek naar behandelingsmethoden hebben we grote behoefte aan patiënten die willen meewerken.

Bent u patiënt of heeft u CRPS patiënten in uw praktijk? Waarschijnlijk wilt u eerst meer weten over wat deelname zou betekenen, voordat u beslist om mee te doen of de mogelijkheid hiervan te bespreken met de patiënt. Hieronder vindt u een overzicht van enkele lopende TREND onderzoeken. Daar kunt u meer lezen over wat het onderzoek precies inhoud en met wie u contact op kunt nemen voor verdere vragen.

1. Onderzoek naar “Pulse Transit Time in CRPS” (Erasmus MC)
2. Onderzoek naar tonische (of gefixeerde) dystonie (LUMC Leiden)
3. De invloed van magnesium op de vermindering van pijnklachten (VUMC Amsterdam)
4. Familiair voorkomen van CRPS (LUMC Leiden)
5. Re-move: Vergelijkende studie van twee actieve behandeling (azM)
6. Onderzoek naar ontstekinggerelateerde stoffen Posttraumatische Dystrofie patiënten (VUmc)
7. Onderzoek naar het effect van intramusculair magnesium (LUMC Leiden)
8. Onderzoek naar het effect van Mestinon op bewegelijkheid en pijn (VUmc Amsterdam)

Aanmelden
U kunt zich aanmelden bij de hoofdonderzoeker via mail of per telefoon. De contactgegevens staan bij de beschrijving van het onderzoek. U kunt ook een e-mail sturen naar het centrale e-mailadres. De betrokken onderzoekers zullen dan contact met u opnemen om u meer informatie te geven. Na dat gesprek kunt u beslissen of u deel wilt nemen aan het onderzoek. Meldt u aan!

Onderzoek naar “Pulse Transit Time in CRPS” (Erasmus MC)
Op het Pijn Behandel Centrum van het Erasmus MC in Rotterdam is een onderzoek gestart waarbij de Pulse Transit Time (PTT) wordt gemeten bij patiënten met Complex Regionaal Pijn Syndroom (CRPS, posttraumatische dystrofie). Het onderzoek bestaat uit een uitwendige meting naar de doorbloedingssnelheid in de armen. Dit gebeurt met een hartfilmpje (ECG) en sensoren op de wijsvingers. Voor dit onderzoek zijn we opzoek naar 37 patiënten vanaf 18 jaar, met CRPS aan één van de handen of armen en geen hart- of vaataandoeningen hebben.

Informatie en aanmelden
Als u meer informatie over het onderzoek wilt of vragen heeft, kunt u contact opnemen met:
Naam: drs. Minke Kortekaas (afdeling anesthesiologie Erasmus MC)
Tel: 010-704 33 12
Email: m.kortekaas@erasmusmc.nl

2. Onderzoek naar tonische (of gefixeerde) dystonie (LUMC Leiden)
De afdeling neurologie van het LUMC is gestart met een 4-jarig onderzoek naar deze vorm van dystonie. In dit onderzoek willen we een grote groep van patiënten met tonische dystonie in kaart brengen en volgen voor een periode van 4 jaar. Er is nog weinig bekend over deze specifieke vorm van dystonie en door gegevens van verschillende patiënten over een langere tijd te verzamelen en genetisch onderzoek te doen, hopen we meer inzicht te krijgen in dit type dystonie. Voor het onderzoek zijn wij op zoek naar patiënten met tonische dystonie aan armen of benen.

Informatie en aanmelden
Als u geïnteresseerd bent om mee te doen met het onderzoek, of nog verdere vragen heeft, kunt u contact opnemen met de onderzoekers in het LUMC:
Naam: drs. Diana van Rooijen (071-526 5142) of Joost van den Dool (071-526 3697)
E-mail: dystoniecohort@lumc.nl

3. Onderzoek naar de invloed van magnesium op de vermindering van pijnklachten (VUMC Amsterdam)
In het VU medisch centrum in Amsterdam is recent bij 10 patiënten met Posttraumatische Dystrofie (PD) een onderzoek gedaan naar het effect van magnesiumsulfaat toegediend via een infuus. Uit deze pilot studie zien we positieve resultaten van magnesiumsulfaat met betrekking tot de pijnklachten en een verbetering van de dagelijkse vaardigheden en kwaliteit van leven van patiënten met PD. Graag willen wij in een vervolg studie onderzoeken of deze en mogelijk ook andere positieve effecten van magnesiumsulfaat te zien zijn bij grotere groepen patiënten met PD.

Informatie en aanmelden
drs. Sabine Boogaard (Afd. Anesthesiologie VU Medisch Centrum)
Tel: 020-4440293
E-mail: s.boogaard@vumc.nl

4. Onderzoek naar familiair voorkomen van CRPS (LUMC Leiden)
Wij zijn opzoek naar families waar in de directe bloedlijn meerdere gevallen van Complex Regionaal Pijnsyndroom (CRPS) voorkomen of in het verleden voorgekomen zijn. Daarnaast zijn we ook geïnteresseerd in het voorkomen van RSI, fibromyalgie en whiplash in deze families.

Informatie en aanmelden
Stuur een korte beschrijving van uw familie naar:
FAMILIEONDERZOEK Posttraumatische dystrofie
T.a.v. Mw. Drs. A.M. de Rooij
Stafsecretariaat Neurologie K5Q
Leids Universitair Medisch Centrum
Antwoordnummer 10392
2300 RC Leiden
U kunt de informatie ook mailen naar A.M.de_Rooij@lumc.nl

5. Re-move: Vergelijkende studie naar 2 actieve behandelingen voor CRPS (azM)
Het academisch ziekenhuis Maastricht (azM) is op zoek naar patiënten die lijden aan CRPS (posttraumatische dystrofie) voor een vergelijkende studie naar twee actieve behandelingen voor Complex Regionaal Pijn Syndroom type I (CRPS-I).
Op de afdeling revalidatie worden twee behandelingen gegeven die zijn gericht op meer bewegen. Het uiteindelijke doel is dat u weer beter kunt functioneren in het dagelijkse leven. oproep-voor-deelname-aan-onderzoek-re-move-azm

Meer informatie of aanmelden?
Voor meer informatie over deze studie kunt terecht bij:
drs. Marlies den Hollander
Tel.: 043-388 1582 of 06-25 32 66 55
e-mail: re-move@maastrichtuniversity.nl
Website: http://www.maastrichtuniversity.nl/fpn/re-move.

6. Onderzoek naar ontstekinggerelateerde stoffen Posttraumatische Dystrofie patiënten (VUMC)
Het VU medisch centrum Amsterdam start een onderzoek naar ontstekinggerelateerde stoffen in de urine van Posttraumatische Dystrofie patiënten. Er wordt verondersteld dat PD te maken heeft met een uit de hand gelopen ontstekingsreactie volgend op trauma. Om vast te stellen of bij sommige PD patiënten sprake is van een verhoogde ontstekingsreactie willen wij ontsteking gerelateerde stoffen meten in urine van CRPS patiënten en dit vergelijken met ontsteking gerelateerde stoffen in urine van gezonde personen.

Informatie en aanmelden
Als u mee wilt doen aan het onderzoek of vragen heeft dan kunt u contact opnemen met:
drs. Sabine Boogaard (Afd. Anesthesiologie VU Medisch Centrum)
Tel: 020-4440293
E-mail: s.boogaard@vumc.nl

7. Onderzoek naar het effect van intramusculair magnesium (LUMC Leiden)
Zoals u wellicht weet wordt er vanuit de vakgroep neurologie van het LUMC (Leids Universitair Medisch Centrum) onderzoek gedaan naar oorzaak en behandeling van posttraumatische dystrofie (PD) met dystonie (dat is verkramping). Momenteel doen wij onderzoek naar het effect van intramusculair magnesiumsulfaat (dat is toegediend in de spier) op pijn en dystonie bij PD. Hiertoe zijn wij naarstig op zoek naar kandidaten voor deze studie.

Informatie en aanmelden?
Patiënten die aan de criteria voldoen zijn van harte welkom via telefonisch overleg of op onze polikliniek neurologie voor verder aanvullende informatie bij:
Drs. A.A. v.d. Plas
Neuroloog in opleiding en klinisch onderzoeker
Leids Universitair Medisch Centrum.
Tel. 071-5266065 of 071-5263308
E-mail: A.A.van_der_Plas@lumc.nl

8. Onderzoek naar het effect van Mestinon op bewegelijkheid en pijn (VUmc Amsterdam)
Er worden steeds meer aanwijzingen gevonden dat een uit de hand gelopen ontstekingsreactie een rol speelt bij het ontstaan en het verloop van CRPS/posttraumatische dystrofie. Het VUmc in Amsterdam is gestart met een onderzoek naar het effect van Mestinon op bewegelijkheid, pijn en andere veranderingen die optreden bij Complex Regionaal Pijn Syndroom (Posttraumatische Dystrofie). In deze studie willen wij gaan onderzoeken of we deze ontstekingsreactie kunnen remmen middels de zenuwbanen. De klachten die samenhangen met ontsteking, zoals pijn, verminderde bewegelijkheid en verkleuring van de aangedane ledemaat zouden hierbij kunnen afnemen.

Meer informatie en aanmelden
Als u mee wilt doen aan het onderzoek of als u vragen heeft kunt u contact opnemen met:
Drs. Sigrid Fischer
Afdeling Anesthesiologie VU medisch centrum
Tel: 020-4440293
E-mail: s.fischer@vumc.nl

dinsdag 3 augustus 2010

Neuropatische pijn



Wat is neuropathische pijn?
Neuropatische pijn is een vorm van chronische pijn waarvan de juiste oorzaak nog niet is achterhaald. In het algemeen gaat het hier om een letsel of een gebrekkige werking van de zenuwen. In het zenuwstelsel treedt ergens een stoornis op in de geleiding van signalen. Hierdoor kunnen niet-pijnlijke prikkels zoals een gewone aanraking als pijnlijk worden ervaren. De persoon in kwestie ondervindt pijn die buiten proportie is (wat de duur of intensiteit betreft), of pijn zonder zichtbaar of aantoonbaar letsel. Om van chronische en dus ook neuropathische pijn te kunnen spreken, moet de pijn minstens drie tot zes maanden aanwezig zijn.

Wat zijn de symptomen?
Neuropatische pijn wisselt in intensiteit, maar blijft doorgaans continu aanwezig. Vaak neemt het pijngevoel tijdens de slaap af. Symptomen zijn onder meer:
• Chronische pijnklachten
• Pijnklachten die niet afhankelijk zijn van de houding
• Een gevoel van speldenprikken, elektrische schokken, messteken
• Een brandend gevoel
• Gevoelsstoornissen rond de pijnlijke zone, bv. ledematen die 'slapen' of overgevoelig zijn
• Gevoel dat men op 'kussens' loopt
• Pijn bij koude of warmte (bv. tijdens een douche)
• Pijn bij aanraking (bv. kledij op de huid)
• Gevoel dat er mieren op en onder de huid lopen
• Onaangename kriebelingen

Een speldenprik doet bij de meeste mensen slechts even pijn. Een persoon met neuropathische pijn kan soms nog lang na het prikken pijn blijven voelen. Patiënten verdragen soms ook geen lakens op hun lichaam, geen sokken of schoenen aan hun voeten, en ze ervaren een lichte druk op hun huid reeds als pijnlijk.

Wat is de oorzaak?
De juiste oorzaak van neuropathische pijn is nog niet bekend. Er zijn theorieën die zich toespitsen op een fout in de pijngeleiding of een afwijkende werking van bepaalde delen van het zenuwstelsel, die verantwoordelijk zijn voor de pijngeleiding.
Onze zenuwen vangen impulsen op en geven die door aan de hersenen. Die interpreteren de prikkels en vertalen ze voor ons. Zo voelen we een aanraking, warmte, koude en ook pijn. Bij neuropathische pijn gaat er ergens iets verkeerd: bij de ontvangst van de prikkel, het doorgeven aan de hersenen of de interpretatie door de hersenen. Hierdoor wordt zelfs een lichte aanraking als pijn geïnterpreteerd of krijgt men zonder aanleiding een constant pijngevoel. Neuropathische pijn kan soms opduiken na een operatie, bij personen die genezen zijn van zona, of die lijden aan suikerziekte, kanker, multiple sclerose.

Wat zijn de gevolgen?
Door de constante pijn gaat de levenskwaliteit sterk achteruit. De patiënt komt soms onder grote psychologische druk te staan. Veel personen hebben last om hun dagelijkse activiteiten uit te oefenen, dreigen hun werk te verliezen en kunnen in een depressie verzeild raken of leggen zich bij hun situatie neer. Neuropathische pijn heeft ook een grote invloed op de slaapkwaliteit: 70 % van de patiënten lijdt aan een slaapstoornis. Er treedt interactie op tussen de pijn en de slaap. Een slechte nachtrust veroorzaakt vaak een opstoot van pijn. Anderzijds leidt de pijn tot slechter slapen.

Hoe neuropathische pijn behandelen?
Deze aandoening is vrij moeilijk te behandelen. Vitaminepreparaten B12 blijken weinig succesvol te zijn. Klassieke pijnstillers helpen niet. Ook kinesitherapie en relaxatietechnieken kunnen de pijn niet echt verhelpen. Morfine is dan weer af te raden voor jongere mensen. Een mogelijkheid zijn de zogenaamde tricyclische antidepressiva. Deze oudere generatie geneesmiddelen kan in lage dosis de pijn wat verzachten. Ook geneesmiddelen tegen epilepsie ('anti-epileptica') kunnen verlichting brengen. Succesvol zijn in deze groep de nieuwe generatie van 'anti-epileptica'.

Vraag uw dokter of huisarts altijd om raad.

TIPS
•Neuropathische pijn is niet hetzelfde als psychosomatische pijn. Het is een reële pijn, die voortvloeit uit een stoornis in het zenuwstelsel.
•Neem lang genoeg uw geneesmiddelen. Soms duurt het zes maanden of langer vooraleer u uw dosis kunt afbouwen.
•Zorg dat u er niet alleen voorstaat. Psychologische begeleiding kan u leren hoe u met uw pijn moet omgaan. U moet zich zeker niet bij de feiten neerleggen. Er is iets aan te doen!

FAQ's
Hoe werkt het zenuwstelsel?
Het zenuwstelsel bestaat uit ontelbaar vele zenuwen die lange kettingen vormen. Elke zenuw heeft receptoren. Die vangen prikkels op en geven die door aan de volgende zenuw, tot de prikkel de hersenen bereikt. De hersenen vertalen deze prikkel. Vervolgens geven ze een signaal door, zodat het lichaam op de prikkel kan reageren.
Bijvoorbeeld: u steekt uw vinger in een vlam. De zenuwen op de huid voelen de warmte (prikkel) en melden dit aan de hersenen. Die interpreteren de prikkels als 'pijn' en geven de vinger een signaal zich terug te trekken, wat ook prompt gebeurt.

Lopen sommige mensen meer risico?
Vaak gaat neuropathische pijn gepaard met andere ziekten of duikt ze op na een aandoening of letsel. Soms is het oorspronkelijke letsel volledig genezen wanneer de pijn zich manifesteert, bijvoorbeeld de pijn na verdwijning van zonaletsels.
In andere gevallen is de oorzaak nog aanwezig. Diabetici hebben in een vergevorderd stadium neuropathische pijn aan de voeten. De pijn kan zich ook voordoen bij kanker, na chemotherapie, bij multiple sclerose, lagerugpijn, enz. Fantoompijn is eveneens een vorm van neuropathische pijn. Dit zijn pijnen die optreden bij een amputatie van een lidmaat. De persoon voelt bv. pijn in zijn geamputeerde been.

Denkt de dokter dat ik depressief ben of aan epilepsie lijd?
Wanneer de dokter u een antidepressivum of anti-elepticum voorschrijft, betekent dit niet dat u depressief bent of aan epilepsie lijdt. Geneesmiddelen kunnen verschillende werkingen hebben. Denk maar aan de erectiepil die uitgevonden werd tijdens proeven met hartlijders. Een echte depressie vereist trouwens een veel hogere dosis aan antidepressiva dan diegene die de dokter tegen neuropathische pijn voorschrijft.

Welkom op Stopdepijn


http://www.stopdepijn.nl
Deze website is speciaal samengesteld voor mensen met zenuwpijn, hun naaste familie en vrienden. U vindt onder andere informatie over het ziektebeeld neuropathische pijn (zenuwpijn), de oorzaak en de behandelingsmethoden. Pijn is misschien wel het meest gevreesde symptoom van een aandoening of ziekte. Iedere huisarts en vrijwel elke medisch specialist wordt dagelijks geconfronteerd met patiënten die lijden aan pijn. Pijn kan je leven gaan beheersen waardoor de gewone dingen in het leven niet meer zo gewoon lijken als voorheen. Neuropathische pijn wordt ook wel zenuwpijn genoemd en kan omschreven worden als 'schrijnend, brandend, zeurend, of tintelend". Ook uitspraken als "het gevoel op glas te lopen" of "termieten voelen kriebelen onder je huid" worden regelmatig gebruikt als omschrijving van deze vorm van pijn. De pijn wordt veroorzaakt door beschadiging of gestoorde werking van het zenuwstelsel. Neuropathische pijn kan optreden bij diabetes, na het doormaken van gordelroos en na een operatie. Neuropathische pijn blijkt moeilijk te behandelen en is wezenlijk anders dan de behandeling van pijn die je voelt door bijvoorbeeld een beenbreuk of een ontsteking en waarvoor je een reguliere pijnstiller kunt innemen. Voor neuropathische pijn is een andere vorm van pijnstilling nodig. Deze website is speciaal samengesteld voor mensen met zenuwpijn en hun naaste familie en vrienden.
De inhoud van deze website is mede tot stand gekomen door de volgende auteurs;
• Mw. Dr. A.P.E. Vielvoye-Kerkmeer, anesthesioloog, sectiehoofd pijnbehandeling, Leids Universitair Medisch, Leiden.
• Dhr. Dr. P.J. Lieverse, anesthesioloog en pijnarts, Erasmus MC
• Daniel den Hoed, Oncologische Centrum, Rotterdam.
• Dhr. Dr. N.T. van Dasselaar, anesthesioloog, Reinier de Graaf Groep, Delft.
• Dhr. Dr. M. van Wijhe, anesthesioloog, pijncentrum, Universitair Medisch Centrum, Groningen.
• Dhr. Dr. H.W. de Valk, internist-endocrinoloog, Universitair Medisch Centrum , Utrecht.

Samenvatting Richtlijn Complex Regionaal Pijnsyndroom Type 1


Definitie
De meest recente definitie van de IASP, International Association for the Study of Pain, luidt als volgt:
Complex Regionaal Pijn Syndroom is een verzameling van lokaal optredende pijnlijke condities volgend op een trauma, welke zich met name distaal uiten en in ernst en duur het verwachte klinisch beloop van het oorspronkelijke trauma overtreffen, veelal resulterend in een aanzienlijke beperking van de motoriek, daarbij gekenmerkt door een variabele progressie in de loop van de tijd. Complex Regionaal Pijn Syndroom type I (CRPS-I) is een aandoening die zowel patiënten als hulpverleners voor veel problemen plaatst. De aandoening ontstaat veelal aan een arm of been, meestal als gevolg van een doorgemaakt trauma, en wordt gekenmerkt door een combinatie van autonome, sensorische en vasomotore verschijnselen.

Diagnostische criteria
Aanbeveling
De klinische diagnose CRPS-I kan worden gesteld aan de hand van de criteria van Veldman et al. en de IASP. De voorkeur van de werkgroep voor de Nederlandse situatie gaat uit naar de criteria van Veldman et al. Voor wetenschappelijk onderzoek wordt geadviseerd de patiëntengroepen te beschrijven met de criteria van Veldman et al en/of IASP en/of Bruehl et al.

Diagnostische criteria volgens Veldman et al. (Veldman et al. 1993)
1. Ten minste vier van de volgende vijf verschijnselen:
• Onverklaarde diffuse pijn
• Verschil in huidskleur
• Diffuus oedeem
• Verschil in huidtemperatuur
• Actieve bewegingsbeperking
2. Het ontstaan of verergeren van de symptomen na inspanning.
3. Symptomen aanwezig in een gebied groter dan het gebied van het primaire letsel of operatie; in ieder geval het gebied distaal van het primaire letsel.

Diagnostische criteria volgens de IASP (Merskey et al. 1994)
1. Ontstaat na een uitlokkende gebeurtenis (noxe, type I) of zenuwletsel (type II).
2. De aanwezigheid van spontane pijn of allodynie/hyperalgesie in een gebied dat niet behoort tot het verzorgingsgebied van een perifere zenuw en dat disproportioneel is ten aanzien van de uitlokkende gebeurtenis.
3. De aanwezigheid (anamnestisch of bij lichamelijk onderzoek) van oedeem, abnormale huiddoorbloeding of abnormale sudomotorische activiteit in de regio van de pijn sedert de uitlokkende gebeurtenis.
4. De diagnose wordt verworpen bij aanwezigheid van condities die een verklaring kunnen bieden voor de mate van pijn en disfunctie.
In elk geval moet aan criteria 2 ,3 en 4 worden voldaan.

Voorgestelde aangepaste diagnostische criteria voor onderzoeksdoeleinden volgens Bruehl et al. (Bruehl et al. 1999)
1. Continue persisterende pijn die in geen verhouding staat tot de ernst van het doorgemaakte letsel.
2. Een symptoom uit elk van de vier volgende categorieën dient door de patiënt te worden vermeld:
• Sensorisch: hyperaesthesie.
• Sudomotorisch/oedeem: oedeem en/of verandering in zweten en/of transpiratieasymmetrie.
• Vasomotorisch: temperatuurasymmetrie en/of huidkleurveranderingen en/of huidkleurasymmetrie.
• Motorisch/trofisch: verminderd bewegingstraject en/of motorische disfunctie (zwakte, tremor,
dystonie) en/of trofische veranderingen (haren, nagels, huid).
3. Een teken in twee of meer van de volgende categorieën dient bij lichamelijk onderzoek aanwezig te zijn:
• Sensorisch: bewijs van hyperalgesie (pinpriktest) en/of allodynie (bij lichte aanraking).
• Vasomotorisch: bewijs van temperatuurasymmetrie en/of huidkleurveranderingen en/of -asymmetrie.
• Sudomotorisch/oedeem: bewijs van oedeem en/of zweetverandering en/of transpiratieasymmetrie.
• Motorisch/trofisch: bewijs van afname van bewegingstraject en/of motorische disfunctie (zwakte,
tremor, dystonie) en/of trofische veranderingen (haren, nagels, huid).